Een ‘woordenwisseling’? Ken je dat? Dat je niet meer over je boosheid heen kan stappen? Ook al weet je dat het beter is. Er wèl overheen te stappen. Voor alle partijen. Weet je dat je kind ‘in the middle‘ of alles staat. En toch…krijg je het niet voor elkaar. Ik ben een ervaringsdeskundige en ik vroeg mij af hoe het nu zover komt. Hoe ik nu in de situatie kom dat ik een grens over ga. En niet meer terugkom. Klopt het credo ‘hoe ouder hoe narriger’? Of is het iets waar je het zelf naar maakt?
Analyse 2.0 van een woordenwisseling
Interessant. Is het eerste wat in mij opkomt als ik eindelijk – na een uurtje – over de ergste kwaadheid heen ben. Wat is het precies dat mij zo heeft geraakt. Is het dan toch het gevoel van ‘niet gezien’ worden? Het feit dat ik in mijn eentje de Konmari-methode in ons huis aan het toepassen ben. Dat de ander er naar kijkt, glimlacht, het aanmoedigt. Maar zelf niets doet? Of is het meer?
Uit dat ene kleine mugje komt deze olifant?
Kan het ook zijn dat ik – in het diepst van mijn ziel – geraakt ben door een simpele opmerking en dat ik zelf een expert ben in het creëren van een behoorlijke olifant uit dat kleine mugje? En dus de woordenwisseling zelf oproep? Ook een goede mogelijkheid. En ik heb het niet van een vreemde. Terugkijkend vermoed ik dat zowel mijn vader als mijn moeder allebei wel een tikje ‘explosief’ in hun genenpakket hadden meegekregen.
Woordenwisseling .. hoe ouder hoe narriger?
Onzin natuurlijk – zullen enkelen van jullie zeggen – dat erf je niet. Je bent ook een eigen individu met je eigen ‘makken’. Nou, die ‘makken’ herken ik wel hoor. Ik zal de eerste zijn om de hand in eigen boezem te steken. Heb je even? Onverdraagzaamheid, snel geïrriteerd, je eigen wil doordrukken, gelijk willen hebben, snel gekwetst zijn, tikje haatdragend (al vind ik dat laatste wel een ‘hard’ woord).
Ouder, jonger, whatever
Maar mag ik ook mijzelf verdedigen? Empathisch, enthousiast, meelevend, lief, humorvol. Ook dat zijn kenmerken van dit persoontje. Als ik mijzelf zou mogen tekenen als stripfiguur dan zou het denk ik een schattig poppetje worden wat in no-time zich kan ontwikkelen tot een kleine draak. Tijdens een woordenwisseling om het een of het ander. Het is zoals het is.
Tussen papa en mama instaan
Dat gezegd hebbende is het dat laatste ook weer niet. Lekker makkelijk ‘het is zoals het is’ zeggen. Want in dit geval. In dit gezin. Is er ook een kind aanwezig. Een klein meisje. Wat helemaal niets kan doen aan de onverdraagzaamheid van haar moeder versus de onaardigheid van haar vader. Die er gewoon tussenin zit. Met al haar lieve vrolijkheid. Die de wens uit om geen ruzie te hoeven meemaken van haar ouders. Om er niet tussenin te zitten.
Ruzieboekje
Mijn hart breekt als ik lees wat ze heeft opgeschreven in haar zelfbedachte ‘ruzie-boekje’: “Papa is verdrietig en mama is boos“. Dan nog reageer ik daarop door te zeggen dat niet alleen papa verdrietig is maar mama ook. En dat papa ook boos is. Uhm. Lekker volwassen Rory? Precies. Dat dacht ik net hetzelfde. Een kind hoort niet ‘een kind van de rekening’ te zijn. Hoort niet tussen een stomme woordenwisseling van haar ouders in te zitten.
Als ouder een woordenwisseling hebben
Want laat ik dan ook relativeren: wat wij hadden, was geen ruzie. Geen gegil, gegooi, geschreeuw of wat dies meer zij. Wel wat onaardige woorden over en weer. Een koele blik. Een stuurse beweging. Helemaal niet zo heftig of erg. Maar wel iets wat eigenlijk niet kan. Vind ik. Wat ik dan ook met aandacht en bewust zeg tegen ons kind: “Het spijt mij. Dit is geen volwassen gedrag. Dit mag ik niet doen waar jij bij bent. Het spijt mij“.
Ouder, jonger of ertussen in
Waarom een persoonlijke gebeurtenis zoals dit omzetten in een blogpost? Omdat ik denk dat dit iets is dat vaker voorkomt. Of je nu ouder bent of niet. Jonger of ergens er tussenin. Ik denk dat als je in een relatie zit, dit een herkenbare situatie is. De een kwetst de ander, meestal niet met opzet. En dat heeft een wisselwerking. Wat zeker niet altijd functioneel is. Juist niet. Het beste dat je kunt doen is even apart gaan zitten. Diep in- en uitademen. Rustig worden. Even niet praten. Nee, echt even niet. Geen liflafjes bespreken, gewoon even niets. Pas dan kan je loslaten. En uit de situatie stappen. In de ontspanning. Is het niet voor jezelf, dan in ieder geval voor je kind. Zo werkt dat voor mij in ieder geval.
Zeg ik nu heel stoer allemaal hoor, maar ondertussen zit ik nog met een klomp in mijn lijf en met een frons op mijn gezicht op de bank. Ruzie, woordenwisseling, you name it. Hoe gaan jullie hiermee om als ouders?
Tot de volgende keer.
Rory Blokzijl