Ja! ik ben pro-borstvoeding, waar mogelijk géén opvang het eerste jaar en wél inenten.
Moedermaffia, move over! Ik ben er klaar mee. Ik heb eens zin om ongezouten mijn eigen persoonlijke mening erin te slingeren. Basta! Hoe dat komt? Door een artikel wat ik onlangs las. Waardoor ik in één klap mijn normale bescheidenheid, terughoudendheid en het ‘wikken en wegen’ of ik iets nu wel of niet kon zeggen gewoon opzij gooide.
Borstvoeding: ja! Die voelde je niet aankomen hè?
Dat ben je niet van mij gewend hè? Ik ga nog even verder. Onderwerp borstvoeding of flesvoeding? Ik heb daar wel een mening over. Vanaf de geboorte? Als het lichamelijk enigszins kan? Ja! Al krijgt je baby maar een paar druppels colostrum mee. Alle kleine beetjes helpen. Ik ben ervan overtuigd dat dat goed is voor je baby. En nee. Ik heb het niet over (hele vervelende) borstontstekingen, tepelkloven. En soms is borstvoeding geven gewoon niet mogelijk. En dat is heel verdrietig.
Kappen nou!
Laat die moeders dan ook gewoon met rust. Niet aandringen. Niet vertellen dat borstvoeding bij iedereen in het begin lastig is. Als het niet kan, dan kan het niet. Klaar. Kom ik meteen aan bij de felle tegenstanders van flesvoeding. Zoals mijn kinderarts zei toen ik één flesvoeding per dag erbij moest geven en ik twijfelde: “Iedere baby wordt groot. Of dat nu met borstvoeding is of met flesvoeding“. Dus dat. Dat dwingende van andere moeders. Vermoeiend.
De ramp(toerist)moeder
Even tussendoor hoor. Ook gemerkt dat bij alles wat je dwars zit. Of alles waar je over twijfelt. Bijvoorbeeld over borstvoeding. Dat er dan altijd wel een moeder klaarstaat om te vertellen dat het bij haar wel goed ging? Of juist anders? Of nee, nog erger. Jij hebt een rotbevalling gehad en staat nog trillend op je benen bij te komen. En daar komen ze. De rampverhalen. Altijd erger dan wat jij hebt meegemaakt. Weg ermee!
Baby’s eerste jaar
Opvang. Ook zo’n hot topic. Waar ik vroeger altijd dacht dat je na de geboorte bij een weekje of tien je baby wel naar een kinderdagopvang bracht. Kwam ik daar zelf heel erg op terug. Natuurlijk. Ik had het ‘geluk’ om – volledig nog in de hormonale post-bevalling fase – mijn vaste baan kwijt te raken. Maar weet je. Je weet niet wat je voelt en wat je doet totdat het je overkomt. Dus ja. Ik kreeg volledig onverwacht en zó ontzettend welkom en gewenst op mijn 41ste mijn eerste kind. Mijn enige kind. En dacht je dat ik zo lang had gewacht om haar door andere mensen op te laten voeden? Nee dus.
Doe normaal mens!
Heikel puntje hoor. Want het is namelijk ‘niet normaal’ volgens sommigen. En volkomen ouderwets. En zonde van je carrière. Dat ik al 21 jaar in loondienst werkte. Een kind kreeg nadat wij dachten dat het godsonmogelijk was. Dat ik al wat ouder was en dus mijn zegeningen telde. Ineens besefte wat ècht belangrijk was (voor mij). Dat telde even niet mee. Want dit moest ik vooral niet hardop zeggen. Want kom zeg. Ik had wel makkelijk praten met een partner die nog wél een vaste baan had. En het was wel superluxe dat ik dat kon doen. Yeah right.
De voor- en tegenstanders van inenten
Last but not least. De elkaar vreselijk (online) afslachtende voor- en tegenstanders van het inentingsverhaal. Mensen. Get a life. Get your facts straight. Beslis. En val een ander er niet mee lastig. Dat was wat ik eerst dacht. Totdat ik dit verhaal las en dacht. Kom op nou. Als jij ergens tegen bent. Ok. Maar dat de consequentie daarvan kan zijn dat je een ander kind ziek zou kunnen maken. Door jouw besluit. Dat is toch te gek voor woorden?
Mijn persoonlijke mening? Wèl inenten dus. Nogmaals, ik kan alleen maar voor mijzelf spreken. Niet namens de voor- of tegenstanders. Ik heb er geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Ik heb het ook alleen maar van artikelen die ik lees. Maar ik heb er wel degelijk een gevoel bij. Míjn gevoel.
Wil je mij een plezier doen en dit artikel gewoon eens delen? Ik hoor graag je oprechte mening over deze onderwerpen.
Tot de volgende keer.
Rory Blokzijl