Ineens overviel het mij: “Speel ik wel genoeg met mijn kind?”. Al pratend met vriendin over het superleuke (en toch ook tikje spannende) voorleesmoment wat ik ga doen bij boekhandel Stumpel. Verdriet. Tranen. Een brok in mijn keel. Zittend in een cafeetje. En plein public.
Ik speel, jij speelt, wij spelen (of toch niet?)
Want terwijl we aan het praten waren over wat ik voor zou lezen, los van ons eerste boekje Mila’s onderwaterwereld. Hoe ik interactie zou gaan zoeken met de kindjes. Hoe ik met ze zou gaan spelen. Moest ik denken aan de afgelopen (mei)vakantieweek. Aan hoe ik zó niet het werk kon loskoppelen van de ontspanning die in een vakantie met je kind zo essentieel is. De irritaties die ik voelde als ik niet even tussendoor een paar werkmails kon beantwoorden. De telefonische gesprekken (nota bene met onder andere het koningshuis) die steeds werden onderbroken. Door mijn lieve kleuter, die gewoon een beetje aandacht zocht. Aandacht van haar moeder.
Ik vind spelen niet zo leuk
En moet ik opbiechten dat ik het spelen met dochterlief – met name in deze vakantie – tot nu toe eigenlijk ontwijk. Vermijd. Want ik heb nog zoveel te doen. Spelen kost mij teveel tijd. En eigenlijk vind ik het spelen niet altijd even leuk. Saai soms. Samen een Legohuis bouwen? Nu even niet. Een tent maken van kussens en kleden? Laat mij nou even. Toegegeven, ik heb er gewoon niet altijd zin in.
Schuldgevoel, een zinloze emotie
Op dat moment kwam natuurlijk meteen het zinloze schuldgevoel op. En de niet-helpende gedachtes dat ik het de afgelopen vier jaar niet goed heb gedaan. Onzin natuurlijk. Relativerend en analyserend kom je vanzelf tot alle (speel)dingen die je juist wél hebt gedaan. Achter elkaar aan rennen van de gang via de huiskamer tot en met de keuken. Springen, zingen, klappen. Verkleden. Speeltuintjes (en die vind ik echt serieus niet altijd leuk). Knutselen. Tekenen. Verven. Kleien. Speelzand. Keukentje spelen. Ja, je hebt niet voor niets een blij en tevreden meisje.
Draaikolk
Maar in deze meivakantie kwam het blijkbaar tot frictie. En raakte ik steeds meer met mijzelf in de knoop. Niet alleen was er geen werktijd, maar ook aan één wekelijks Rory-uurtje kwam ik niet toe. Euh…zeur niet zo Rory?
Van frictie tot oplossing
Can be. Maar hoeveel fijner is het om de oplossing te vinden ná een frictiemoment? Analyserend met vriendin kwam ik erachter dat ik nu echt moet accepteren dat hard doorwerken? Op dit moment gewoon even niet lukt. Dat accepteren zorgt al voor enorme verlichting en opluchting. Alles wat wél lukt? Dat is mooi meegenomen.
Barbie, Cindy en Fleur
En over het spelen? Diep in mijzelf kijkend (en pratende over vroeger. Vriendin en ik kennen elkaar sinds de kleuterschool) kom ik erachter dat ik mijn Barbies (en Cindy’s en Fleur’s) mis. Helaas zijn ze allemaal weg. Maar hoe leuk zou het zijn als dochter en ik volgende week naar de speelgoedwinkel gaan. Allebei de Barbie uitzoeken waarbij we direct een “Ja!” voelen en onze eigen speelwereld gaan creëren? ’s Ochtends in bed bijvoorbeeld. Of meenemen naar de stad. Allerlei situaties bedenken (de Barbies gaan uit logeren. Hoe heet die van jou? Zullen we met gekke stemmetjes gaan praten?) Ik zal je vertellen. Ik heb er nu al zin in!
Waar speel jij het liefste mee? En speel jij ook samen met je kind?
Tot de volgende keer.
Rory Blokzijl