Soms heb je dat weleens. Hartstikke druk, maar toch teveel bezig met hele andere dingen. Afijn, na behoorlijk wat scrollen door mijn tijdlijn belandde ik ineens aan bij een (prachtig, persoonlijk en dierbaar) artikel over de Indische cultuur. Nieuwsgierig klikte ik op het stuk van journalist Johan Nebbeling en ik was direct van slag. Letterlijk geraakt. Want ik herkende zóveel van wat hij schreef in mijn eigen familie. Met dichtgeknepen keel las ik het nogmaals en vertelde ik erover aan mijn man.
De Indische cultuur
Wat ik dan specifiek herkende? In het artikel over de Indische cultuur? Dat de gesprekken in onze familie meestal over leuke dingen gingen. Een beetje ‘aan de oppervlakte’ bleven hangen, zoals Johan Nebbeling dat zo treffend zegt. Nu ik erover nadenk. Eigenlijk gingen de gesprekken nooit over zware of moeilijke onderwerpen. Waar mijn Opa nog weleens sterke verhalen kon ophangen over de tijgers die rond zijn dorp zwierven, vertelde Oma eigenlijk helemaal niets. Veel later – toen ik al een stuk ouder was – kreeg ik mondjesmaat van mama een en ander over vroeger te horen. Over hetgeen Oma heeft meegemaakt toen ze jong was. Privé-dingen. Gebeurtenissen die te zwaar zijn en te persoonlijk om over uit te wijden. En dan nog niet eens expliciet uitgesproken. Heel heftig.
Waar komt Oma ‘vandaan’?
Ik nam mij destijds voor om later eens met Oma te gaan praten hierover. Niet uit nieuwsgierigheid, maar omdat het zulke belangrijke dingen zijn om het eens over te hebben. Omdat ik wilde weten ‘waar Oma vandaan kwam’. Wat ze heeft meegekregen en ‘bewaard’ uit die tijd. Wat mijn moeder wellicht op zich heeft genomen. En ik ook. Het is niet voor niets dat ik al jaren aan het nadenken ben of ik eens een ‘familieopstelling’ zal doen. Al weet ik niet of ik al zo ver ben, dat ik dat ook echt durf aan te gaan. Waarom? Het is iets wat je heel veel kan brengen, maar wat ook behoorlijk confronterend kan zijn.
Een familieopstelling, durf ik dat aan?
Wat dat is, een familieopstelling? Denk aan een methode – ontwikkelt door Bert Hellinger – die je inzet om antwoorden te krijgen op levensvragen. Je komt als het ware in contact met de ziel van je familie. Onze familie en voorouders spelen namelijk een veel grotere rol in ons leven dan we denken. Het kan voorkomen dat je in je eigen leven keer op keer tegen bepaalde problematiek aanloopt. Alsof dat je verhindert om voluit te leven. Met een familieopstelling kan je onderliggende (onbewuste) patronen blootleggen. Patronen die van generatie op generatie zijn doorgegeven. Je kan de dingen – waar je steeds in vastloopt – weer in beweging zetten en bepaalde dingen loslaten, die eigenlijk niet van jezelf maar van je (voor)ouders zijn.
Van een gesloten houding naar ‘het masker af’
Wat ik zelf overigens regelmatig van mijn moeder te horen kreeg, was dat ik moest uitkijken met wat ik over mijzelf vertelde aan vrienden, collega’s of kennissen. Want alles wat je vertelt – persoonlijke informatie – kan tegen je gebruikt worden. Een heel andere, gesloten houding dan hoe ik het nu gewend ben. Destijds? Volgde ik vanzelfsprekend het advies op. Niet huilen in het openbaar. Geen sterke emoties tonen als boosheid, verdriet of angst. Niets laten zien. Alles bij jezelf houden. Dat dit juist helemaal niet goed voor mij was, zie ik nu wel in. Destijds niet. Confronterend was het toen tijdens mijn acteerlessen in 2006 (rond mijn 36ste) heel vaak de spiegel werd voorgehouden en de feedback regelmatig was: “Je draagt een masker. Wanneer komt de ‘echte’ Rory tevoorschijn?”
Genieten van dat wat er is
Na mijn burn-out in 2007 / 2008 en later de meest belangrijke gebeurtenis in mijn leven: mijn zwangerschap en bevalling. Gebeurde dat als vanzelf. En werd ik steeds meer de Rory die ik eigenlijk altijd al was, maar die er heel lang niet uitkwam. Veel meer open. Authentiek. Mijn kwetsbaarheid mocht er weer zijn. Ik ging veel meer vanuit mijn gevoel leven in plaats vanuit mijn (denk)hoofd. Ik werd meer mijzelf. En dat was goed. Ik ben ervan overtuigd dat dit – het zien hoe ik veranderde – en het krijgen van haar eerste kleinkind, mijn moeder ook heeft geholpen. Om meer te genieten van dat wat er was. En niet alleen maar te kijken naar wat er niet meer was, of wat er nooit is geweest.
Een Indische familie vol geheimen
Dus ja. Wat Nebbeling vertelt over een ‘familie vol geheimen’ herken ik. En toch ook weer niet helemaal. Want er werden wel dingen besproken of verteld. Maar op de een of andere manier niet over de levensveranderende gebeurtenissen van vroeger. Van tijdens en na de oorlog. Heel af en toe ving je wat op. Ik weet dat mijn Oma en Opa het heel zwaar hebben gehad, maar echt officieel heb ik dat nooit gehoord. Ook Opa liet zich daar niet over uit. Dus de: “… wegdraaiende blik, een bijna onmerkbaar schouderophalen, een vaag antwoord“, zoals Nebbeling het zo treffend verwoordt? Ik vind het heel herkenbaar. Het weinige wat ik inmiddels weet, heb ik in de loop der jaren gehoord van mijn moeder. Maar nu zij er ook niet meer is ben ik bang dat sommige dingen niet meer verteld zullen worden.
Ik mis het Indische familiegevoel
En dat raakt mij. Want ik wil ook bepaalde dingen doorgeven aan ons kind. Indische dingen. Familiegeschiedenis. Verhalen die zij alleen maar van mij kan horen. Zij is de vierde generatie en ik wil niet dat de Indische cultuur langzaam verdwijnt. Dat is een van de redenen dat ik elk jaar in ieder geval naar de Tong Tong Fair wil gaan. En dat ik weer meer in contact wil komen met de broers en zussen van mijn moeder. Mijn neefjes en nichtjes wat vaker wil zien. Ik mis al behoorlijk wat jaren het Indische familiegevoel – door omstandigheden heb ík dat laten gaan – en hoop dat ik dat als het ware ’terug kan halen’. Zodat mijn dochtertje ook weet waar zij vandaan komt. Ik wil het openbreken voor haar. Misschien is dan toch de eerste stap wel een (gezins)reis naar het land van mijn moeder. Het land van mijn Oma en Opa. Het land van mijn familie.
Praten jullie in de familie gemakkelijk over moeilijke en ongemakkelijke onderwerpen?
Tot de volgende keer.
Rory Blokzijl