“Ik verbaas mij nergens meer over in deze maatschappij!“. Een zin uit de mond van de conducteur in de trein op weg naar de stad. Negativiteit ten top. Maar wellicht met een reden? Hij leek verbitterd. Murw bijna. En greep iedere gelegenheid aan om deze boodschap te verkondigen. Over te brengen aan iedereen die hij sprak.
Heb je een idee wat dat met mij doet?
Wat het met mij deed? Ik was al niet op mijn best die dag. Snel geïrriteerd. Moe. En tegelijkertijd wat hyper. Een ochtend flink doorwerken terwijl kleuter op school was. Zodat ik ’s middags samen met vriendin weer ‘full speed‘ aan onze strategie kon werken. Eerlijk? Ik zag er best tegenop.
Negatieve spiraal? Nee, dank je
Kortom. Ik werd er wat sip van. En dat wil ik niet. Ik wil niet meegaan in de negatieve stemming van anderen. Want in deze maatschappij gebeurt ook veel moois. Collega-bloggers die elkaar helpen. Een standaard telefoongesprek wat een ontzettend leuke wending nam. Een mail aan de directeur van de school van je kind met een prachtige reactie.
Hoop doet leven
Er is hoop! Hoop doet leven. Als je oog hebt voor het mooie. Het lichte in het leven. De zonnestraal die ineens door het raam van de trein schijnt. Het gezellige gebrabbel van Engelse kindjes die naast je zitten. Ja, ze waren druk en zeer aanwezig. Maar je kan het ook positief zien. Als gezellig ervaren. Dan voel je jezelf toch ook warmer worden? Vrolijk, positief en blijer.
Count your blessings
Dan ineens denk je aan de successen die je hebt geboekt de afgelopen tijd. De leuke events van volgende week. Het gesprek met de boekhandel in je woonplaats binnenkort. De superleuke winactie van ons Milaboekje door een lieve collega-blogger.
Ik verbaas mij wel! Want alles is mogelijk
Ik verbaas mij nergens meer over in deze maatschappij? Nou, ik wel! Er is veel meer mogelijk dan je denkt. Alles is mogelijk! Het is een kwestie van focus. Op het positieve in het leven. Zet het in je vortex. Het universum helpt je. Het leven is mooi.
Hoe sta jij in het leven? Is het glas eerder halfvol of halfleeg?
Tot de volgende keer.
Rory Blokzijl