Ik mag genieten!
Je kan de klemtoon op elk van deze drie woorden zetten, maar het meest belangrijke voor mij op dit moment is: ík mag genieten. Soms is dat wat lastiger. Merk je dat je je wat sip voelt, maar kan je de vinger er niet echt op leggen. Op zo’n moment is het handig je te realiseren dat je dan misschien teveel in je hoofd zit. Je leven kan namelijk soms wat ingewikkeld zijn, of druk, of een mix van meer dingen en dan weet je het even niet meer zo goed.
Ik ben mijzelf
Voor mij is het belangrijk om af en toe wat ‘me-time’ in te lassen. Er even tussenuit gaan. Even weg. Even tijd voor jezelf. Genieten. Je maakt natuurlijk onderdeel uit van een gezin. Voor je kind ben je moeder. Voor je partner zijn levenspartner, vrouw, maatje, liefde van zijn leven. Geef het beestje maar een naam. Maar vaak vergeet je dat je ook nog gewoon jezelf bent.
Tijd voor jezelf nemen is zo makkelijk nog niet
Aldus de ‘me-time’ die ik zo ontzettend nodig heb. Gek genoeg was het in de drukste periode van ons leven (met een pasgeboren baby waarin ik het leeuwendeel van de zorg deed) geen probleem om tijd voor mijzelf te nemen en te genieten. Ik vond gewoon dat ik daar ‘recht’ op had. Ook daar is enige nuancering op zijn plaats trouwens. Het typische is dat ik, nu de zorg meer evenredig verdeeld is, het ronduit ingewikkeld vind om die tijd voor mijzelf te nemen.
Het innerlijke kindje
En daar komt het ‘kindje’ in mij weer naar boven. Een oude valkuil. Als een klein kind ben ik aan het bedelen om goedkeuring en erkenning. Onzin! Ik ben het waard om voor mijzelf te kiezen. Ik heb de goedkeuring van een ander (in dit geval mijn partner) niet nodig. En die ander is daar vaak ook helemaal niet mee bezig, in tegenstelling tot wat jijzelf denkt. Soms moet iemand anders je daar weer even op wijzen. Ik mag tijd voor mijzelf nemen. En daar hoef je geen verantwoording voor af te leggen. Oftewel…ík mag genieten! Dankjewel Michelle, voor dit inzicht.
Hebben jullie wel eens het gevoel ’toestemming’ nodig te hebben om te kunnen genieten?
Tot de volgende keer.
Rory Blokzijl