Soms zijn er van die momenten. Dat je iets voor de eerste keer meemaakt. Dat je nooit had gedacht dat het zo’n ‘impact’ op je zou maken. Ik noem maar even. Je kind voor het eerst achterlaten. Achterlaten ?!? Ja, in de capabele handen van een ander. Maar niet zomaar een ander. Nee, een ontzettend lieve, warme juf met veel compassie voor peuters. Juist ja, ik heb het over de peuterspeelzaal. Vond of vind jij dat ook moeilijk? Mijn ervaring kan je wellicht helpen…
Héél snel met die baby naar het kinderdagverblijf
Laat ik heel eerlijk zijn. Vóór mijn zwangerschap dacht ik: “met een weekje of tien lever je jouw baby gewoon af bij de kinderdagopvang“. Tijdens mijn prille zwangerschap dacht ik: “dat is best jong“. Na een kennismaking bij het kinderdagverblijf en nog belangrijker…na een kijkmiddag terwijl ik inmiddels al vijf maanden zwanger was dacht ik: “Mijn baby achterlaten bij een ander? No way! Ik wil ouderschapsverlof opnemen en meer tijd met mijn baby doorbrengen“.
“Ieder nadeel heb zijn voordeel” zegt Johan Cruyff toch?
Door omstandigheden – jullie weten het – ben ik tijdens / na mijn zwangerschapsverlof mijn baan verloren. En werd het ineens noodzaak in plaats van wens om zèlf voor mijn baby te zorgen. Een heel groot voordeel bij een nadeel. Ik mocht het zelf doen in plaats van het aan een ander over te laten. Toch bleef ik piekeren. Want “24/7” met je baby en inmiddels dreumes doorbrengen is op zich ook best pittig. Maar gelukkig had man een thuiswerk-moment / vrije middag per week en kwam inmiddels mijn lieve moeder een dag in de week om met Mila te wandelen.
Van ‘een-op-een’ naar… de ander
Toch is het belangrijk om je kind (2,5 jaar, dus een peuter) ook los te leren laten. Haar de kans te gunnen zich te ontwikkelen. Te wennen aan de zorg van een ander. Ervaringen te verzamelen. Haar belevingswereld te vergroten. Maar dat is moeilijk als je 2,5 jaar alles in een superveilige omgeving samen hebt gedaan. Behalve Oma, Oma en Opa was en is er eigenlijk niemand waar we Mila bij konden en wilden achterlaten. Maar nu dan toch…de peuterspeelzaal.
Ook ik moet wat opbiechten
Nog een ontboezeming. Ik ben de eerste paar keren mee geweest. Ja, naar de peuterspeelzaal. En ik ben heel blij en dankbaar dat ik dat heb mogen doen. Het heeft het gewenningsproces voor Mila en mij bevorderd. Totdat het niet meer mocht (terecht!) omdat het met name “de ontwikkeling van het kind in de weg kon staan“. Ik begreep en begrijp het. Ik was zelf al bezig zachtjes die kant op aan het gaan. Dit was het laatste duwtje dat ik nodig had.
De eerste keer
Die eerste keer? Ging geweldig. Achteloos werd er (omdat het moest) even naar mij omgekeken. Een laf zwaaitje. En weg was ze. In de armen van de juf. In de armen van een ander. Slik. Met een brok in mijn keel maar blij slenterde ik weg. Hoe anders waren (en zijn) de keren erna. Want nu komt het besef. Mama gaat daadwerkelijk even weg. En lichte huilscènes zijn het gevolg. Tja.
Zoals een ander (een dierbare moeder) mij ondersteunend met zachte dwang wegduwde toen ik terug wilde lopen voor een laatste kusje: “Niet doen! Gewoon weglopen. Voor het raam nog een keer zwaaien. Zeggen dat mama altijd terugkomt. En gaan“. Zo’n ontzettend goed advies (waarbij de moeder in kwestie overigens wel opbiechte dat ze dit moment – tussen mij en mijn kind – echt even in haar hart voelde) van een ander.
Hulp accepteren van een ander, ja of nee?
Soms is het goed om de dingen aan een ander over te laten. Omdat die persoon het gewoon even helderder kan zien. Meer in perspectief. Omdat ze afstand heeft tot de situatie. Ik zit er natuurlijk middenin. Ik, moeder geworden op latere leeftijd, en mijn lieve kleine kruimel. Blijf dicht bij jezelf…en laat je helpen door een ander.
Ze zeggen wel eens “vreemde ogen dwingen”. Wat was jouw moment waarin een ander het helderder zag?
Tot de volgende keer,
Rory Blokzijl