Eerder schreef ik over het begrip kleedgeld. Nog steeds denk ik er met gemengde gevoelens aan terug (sorry mam en pap). Ik was destijds namelijk een van de weinigen die géén kleedgeld kreeg. Achteraf gezien heel logisch en kloppend. Maar toen? Rory was not amused. Eigenlijk idem dito met zakgeld. Wat was nu ook alweer het bedrag? Wat ik wèl zeker weet is dat het (veel) minder was dan wat klasgenootjes kregen.
Zakgeld? Ga maar een baantje zoeken
Boehoe, arme Rory. Ja, soms kan ik vervallen in wat zeurderigheid. Aard van het beestje zal ik maar zeggen. Als ik nu terugkijk kan ik zeggen dat het voor mij juist heel goed is geweest. Mijn vader heeft mij namelijk ook gestimuleerd om een zaterdagbaantje te zoeken. Zodat ik kon werken voor mijn geld. En ik op die manier zelf ook wat extra’s kon verdienen.
Inpakken bij de Blokker
Zo gezegd zo gedaan. Ik heb er warme en minder warme herinneringen aan. Mijn allereerste zaterdagbaantje? Was bij een Blokker-filiaal. Ik wist helemaal niets. Stond daar ineens achter de kassa af te rekenen. Met bloed, zweet en tranen cadeautjes in te pakken op zo’n manier, dat de klant medelijden kreeg en het vervolgens oppakte met de bemoedigende woorden: “Laat maar“. Dus dat.
Acht uren werken voor 1 gulden en vijftig cent per uur
Geld uit de kassalade tellen. Toilet schoonmaken. Inruimen. Uitpakken. En dat allemaal voor de 1,50 gulden (ja, je leest het goed) per uur. Hé, wie het kleine niet eert. Voordeel was dan weer wel dat ik op de bewuste zaterdag vlak bij de markt werkte en ik als traktatie voor mijzelf een stroopwafel kocht. Ja, zo’n verse, grote mega stroopwafel. Heerlijk. Of dat handig was? Een zakcentje verdienen en het meteen maar uitgeven? Niet echt. Maar ik leerde wel de waarde van geld kennen.
Zakgeld … vanaf welke leeftijd?
Onlangs – toen ik wat reacties op mijn artikel over kleedgeld beantwoordde – kwam collegablogger Shirley met een heel fijn overzicht over wat realistisch zou kunnen zijn om je kind te geven aan zakgeld èn voor welke leeftijd. Natuurlijk kan ik nog meer op onderzoek uitgaan, maar dit lijkt mij wel een goede leidraad. Om te bepalen welk bedrag ik ons dochtertje zou willen geven en ook vanaf welke leeftijd.
Een spaar- en een studierekening
Kijk, wij sparen al op twee manieren voor Mila. Een ‘gewone’ spaarrekening, voor later én een soort van studierekening. Want hoe duur studeren later zal worden? Ik heb geen idee. Maar je kan maar beter voorbereid zijn. Blik op oneindig en sparen maar. Maar even terugkomend op dat zakgeld Rory, wat mag ze daar dan precies mee doen? En moet ze daar ook een deel van sparen? Ik vind van wel. Niet persé op een spaarrekening, maar wel in een ‘oldskool‘ spaarvarken. Ik wil haar proberen bij te brengen dat als je geld spaart. Je op die manier kan nadenken over iets wat je echt heel graag wilt hebben, maar wat je niet zomaar van je ouders krijgt.
Sparen van je zakgeld
Een voorbeeld. Stel dat ik Mila vanaf haar 6e jaar 1 euro zakgeld zou geven. Vooruit, misschien wel 1,50. Zou ik dan willen dat ze het stante pede zou uitgeven? En waaraan eigenlijk? Een ijsje? Dat mag ze van mij niet zomaar. Want snoep moet een traktatie blijven. Speelgoedje kopen? Wat kan je nu eigenlijk nog voor 1,50 kopen? Liever heb ik dan dat ze het grootste deel spaart. Zodat ze misschien iets moois van Lego of Playmobil kan kopen (geen verkapte reclame. Maar dat is nu eenmaal duurzaam speelgoed wat – in mijn optiek – zijn waarde altijd houdt).
Verschil in mening
De Man denkt hier anders over. Hij vindt dat ze met haar zakgeld juist zelf moet bepalen wat ze ervan koopt. Zodat ze leert dat als ze iets kleins koopt, ze een aantal weken later niet iets groters kan kopen. Je kan je (zak)geld maar een keer uitgeven. Ik weet het natuurlijk ook niet precies. Ik denk dat je er al doende achterkomt wat wijsheid is. Je leest. Ik ben er nog niet helemaal over uit. Wat ik wel weet is dat ik haar niet alleen zakgeld wil geven, maar haar ook juist wil leren met geld om te gaan. Leren budgetteren en leren sparen.
Hoeveel zakgeld krijgt jouw kind? En vanaf welke leeftijd kreeg jouw kind zakgeld?
Tot de volgende keer.
Rory Blokzijl
Dit artikel is tot stand gekomen door een samenwerking