Mensen, waarom kijken we in en om het openbaar vervoer zo stuurs en nagenoeg continu naar onze smartphone? In bushokjes, in de trein, wachtend op een station. Zijn we ‘en masse’ nekproblemen aan het creëren? Toegegeven, soms doe ik ook eraan mee. Daarom heb ik – uit zelfbehoud – een sim only-abonnement met ‘maar’ 500 MB aan data. Edit: omdat Vodafone en Ziggo zijn samen gegaan is sinds een paar dagen mijn tegoed automatisch verdubbeld naar 1 GB. En dat is toch best wel heel erg fijn. Zie je wel? Ga ik weer.
Jezelf verrijken in het openbaar vervoer
Jeetje, dat is stom? Uit de tijd? Fossiel? Tja, het is maar hoe je het bekijkt. Het grootste deel van de tijd waarin ik reis met het openbaar vervoer gebruik ik juist om lekker te schrijven. Gewoon oldskool met pen en papier. Maar ik gebruik de tijd ook om te observeren, of te lezen. Mijzelf te verrijken, te inspireren, op een andere manier dan steeds maar weer die telefoon te grijpen en mijn tijd te verdoen met in social media te blijven hangen.
Scratch that
Oordeel anyone? Ja, naar mijzelf. Of eigenlijk niet. Want dat is het min of meer in stand houden van uitspraken waar ik niets aan heb. Wat ik niet wil. Ik wil gewoon minder ‘zinloze’ tijd kwijt zijn aan op zich best futiele bezigheden. Correctie: Ik wil echte tijd goed gebruiken. In real time. In real life.
Oppervlakkige en vluchtige zaken
Laten we eerlijk zijn. Het is zo makkelijk om die smartphone tevoorschijn te toveren. Als je toch onderweg bent. Met het openbaar vervoer. Of zit te wachten op je bus, trein of tram. Even Facebook openen. Of voor op Instagram een #fromwhereistand-fotootje maken. Maar met social media-kanalen bijhouden, scrollen, bekijken, klikken, selfies maken, redden we geen levens. Boute uitspraak Rory? Ja, best wel, maar zo voel ik het nu eenmaal op dit moment.
Liever kwalitatief offline dan achteloos online
In mijn eigen ideale wereld besteed ik (veel) meer tijd kwalitatief offline, dan ogenschijnlijk achteloos online. Open staan voor andere mensen. Voor je medemens. Een praatje maken, zomaar. In het openbaar vervoer, maar ook gewoon op straat. Dat kan ook luchtig zijn, maar wel echt. Onlangs nog. Ik liep van school terug naar huis. Wilde op mijn smartphone kijken, maar bedacht mijzelf en stopte ‘m weer weg. Tegelijkertijd loopt een jonge jongen mij tegemoet. Lacht. Haalt de dopjes uit zijn oor en begint een (kort) praatje over het lekkere weer. Ik was gewoon verrast. Zo spontaan en leuk was dit onverwachte gesprekje. Zomaar, terwijl we elkaar niet kennen.
Ik geef het eerlijk toe
Waarom ik er zelf dan toch zo mee bezig blijf? Omdat het verslavend is en verslavend werkt. 24/7 online zijn. Ik heb dit artikel alweer een paar weken terug geschreven. Maar toevallig omschreef Daphne Troost (lezerscolumnist in de Metro) gisteren nog hoe het voor haar voelde: het ‘altijd-online-syndroom’. Goed gezegd. En goed om te weten. Het speelt dus bij meerdere mensen.
#Alles #is #mogelijk
Want hé, alles is mogelijk. Altijd bereikbaar zijn. Die selfies, ussies of andere opties (#shoesofinstagram, #carsofinstagram, ja zelfs #catsofinstagram). Je mooiste foto’s op Insta. Ieder moment móet vastgelegd worden. In de trein. Op het station. Zelfs in het restaurant. De leukste hashtags. De meest gelikte quotes. Allemaal leuk en aardig. Maar is dat nu echt wie ik ben? En nog meer. Is het nu echt zo interessant?
Ik ben wie ik ben
Nee dus. Vandaar het artikel wat ik eerder schreef over ‘echt’ zijn op social media. Met een dito foto. Van mijzelf. Ziek, onopgemaakt, in mijn groezelige badjas. Hangend op de bank met een eveneens ziek kind. Want ook dat is ‘real life’. Ik heb niet altijd zin om perfect te zijn op social media. Integendeel. Ik ben een groot voorstander van ‘het is zoals het is’. Dat mag ik overigens zelf wel wat meer gaan praktiseren. Maar het begin is er al. Nu nog wat meer doorzetten.
Eerlijk, hoeveel uren per dag spendeer jij aan, in en met je smartphone?
Tot de volgende keer.
Rory Blokzijl