Mijn eigen stijl? Die heb ik al heel vroeg ontdekt. Ik kan het mij nog goed herinneren. Ik was piepjong, zo ergens rond de 17 jaar en ik had besloten dat heren colberts het helemaal waren. Belachelijk grote schoudervullingen, het liefst in donkere kleuren en dat terwijl ik denk ik maat XXS droeg. Heel ‘link’ vond ik dat. Ja, dat was het woord dat ik destijds – in de jaren tachtig – gebruikte. De jasjes haalde ik het liefst bij het Leger des Heils (want goedkoop en authentiek) en de mouwen stroopte ik op, al dan niet met mouwophouders.
Fifty and fabulous
Goed. That was then and this is now. Maar Rory, ben jij inmiddels niet ‘in your fifties’? Dat is waar, al voel ik mij vele malen jonger. Of dat nu aan mijzelf ligt, mijn Indische genen, mijn omgeving, mijn momenteel ietwat chaotische leven of het hebben van een dochter in de leeftijd van bijna 13 jaar? Ik weet het niet. Maar ik denk altijd maar: ‘Je bent zo oud als je jezelf voelt’.
Weet je nog? Tienertoer
En als ik in mijn inmiddels opgeruimde kledingkast kijk, dan denk ik oprecht dat ik een eigen stijl heb. Die heb ik natuurlijk wel in de loop der jaren moeten ontdekken. Maar wat ik eerder al zei. Ik had zo mijn eigen wensen en ideetjes. Waar mijn moeder destijds overigens totaal niet achterstond. Zij vond dat ik beter ‘setjes’ kon kopen, want daar kon je veel meer mee dan met enkele (bijzondere) stuks. Daar was ik het niet mee eens. En dus ging ik met vriendinnetjes tijdens de ’tienertoer’-reisjes steevast naar de Albert Cuypmarkt in Amsterdam om daar juist die enkele unieke items aan te schaffen.
Deze kimono – ooit gekocht op de Tong Tong Fair – is een van mijn key pieces
Heb jij key pieces in je kast hangen?
Of – zoals styliste Lonneke Noteboom later zou zeggen – op jacht naar de zogenaamde ‘key pieces’, waar je juíst je garderobe omheen kunt bouwen. Ik houd ervan. Ik heb bijvoorbeeld liever een heel bijzondere jas, dan een basic item dat al snel saai kan ogen. De markante jas trekt dan de aandacht en de rest kun je dan wat eenvoudiger houden, waardoor diezelfde jas nóg meer bijzonder oogt.
It’s all about being happy
Ja, maar jij hebt makkelijk praten (hoor ik je bijna zeggen) met maatje 36, zelfs na een zwangerschap op latere leeftijd. Maar weet je? Ik ben voor ‘body positivity’ en ik geloof er heilig in dat hoe je jezelf voelt, je dat ook uitstraalt naar buiten toe. Voller of slanker, groter of kleiner, met of zonder gebreken, je bent wie je bent. Gelukkig zijn met jezelf en dat uitstralen maakt je tot de unieke persoon die je bent. Daar geloof ik in.
Inspiratie opdoen
Hoe ik inspiratie opdoe? Door in het echte leven om mij heen te kijken en natuurlijk online te scrollen. Zo kwam ik onlangs bij de site van Ulla Popken terecht. En wát een positiviteit zie ik daar! Kleding in grotere maten bij modellen die authenticiteit en vrolijkheid uitstralen. Wist je trouwens dat je een afspraak kunt maken in een filiaal naar keuze voor personal shopping? Hoe tof is dat. Ooit heb ik zelf stijladvies willen geven en heb ik dat zelfs kort gedaan – naast mijn destijds fulltime baan. Erg leuk om te doen.
En wat vind je van deze opvallende laarzen?
Trinny and Susannah
Hoe fijn is het als je eraan kunt bijdragen dat iemand zichzelf kan zijn en voelen? Niet alleen van binnen maar ook van buiten. Ik koester nog steeds de boeken die ik – in het Engels – van mijn moeder heb gekregen van het bekende Engelse duo Trinny and Susannah met hun reeks “What not to wear”. Hun visie, de bijbehorende foto’s en tips and tricks, ik blijf het briljant vinden. En zelfs tijdens mijn verhuizing van een paar weken geleden (waarin ik qua woning van circa 184 naar 93 vierkante meter ben gegaan) was het geen optie om afscheid te nemen van deze serie boeken.
Wat zijn jouw assets?
Geweldig vond en vind ik hoe deze dames de ‘assets’ van ieder persoon naar boven weten te halen. Een voorbeeld? Mocht je een flinke boezem hebben dan is het – volgens hen – een absolute ‘no go’ om coltruitjes te dragen. Sommigen zullen denken dat je dan je decolleté verdoezeld, maar je benadrukt het eigenlijk en niet perse op de beste manier. Beter is het volgens Trinny en Susannah om juist een truitje met een lagere hals dragen – al dan niet gecombineerd met een sjaaltje – omdat je dan je ‘assets’ op een mooie manier benadrukt.
Iets met authentiek zijn
Afijn, je leest. Je eigen stijl ontwikkelen is misschien niet altijd eenvoudig, maar het maakt je wel ‘echt’ en tot de persoon die je werkelijk bent. In dit opzicht vind ik bezig zijn met je uiterlijk totaal niet oppervlakkig, want innerlijk en uiterlijk vullen elkaar gewoon aan. En na je veertigste is het overigens veel minder spannend om je eigen weg en stijl te volgen, is mijn persoonlijke mening. Toegegeven, er zullen altijd mensen zijn die er iets van vinden, maar ook dat is het mooie van ouder worden. Je legt meningen en oordelen van anderen steeds sneller en gemakkelijker naast je neer.
Heb jij een eigen stijl? En heb jij een specifieke tip voor wat betreft kledingstijl na je veertigste?
Tot de volgende keer.
Rory Blokzijl