Jaja, al jaren lang heb je een mooie woonkamer. Met zijn tweetjes druk aan het werk. Het is nog net geen etalage. Je kent het wel. Mooie designbank, berber, schilderijen, ont-zet-tend veel fotolijstjes en snuisterijtjes. Toegegeven. Het werd wat vol. Maar toch, alles had zijn plekje. Was zorgvuldig neergezet. Zodat de woonkamer één grote match was van de dingen die er in ons leven waren gekomen.
Etalage wordt leefruimte
En dan krijg je een baby. Eerst worden – uit voorzorg – de kleine, breekbare dingen uit je woonkamer weggehaald. Op dat moment (zwanger) ben je nog wat laconiek over de veranderingen die eraan zitten te komen. Ach, het zal wel loslopen. Tegen het einde van de zwangerschap heb je inmiddels de box in de woonkamer neergezet. En je denkt dat dat het wel zo’n beetje is. Totdat je bevallen bent. En de kraamverzorgster om zich heen kijkt. Met diverse aanbevelingen komt. Vriendelijk doch zeer dwingend. Er komen stoothoekjes. Sommige spullen zijn zo kind onvriendelijk. Het moet weg. En wel meteen. Je bergt een deel van je leven op. Maakt plaats voor het nieuwe.
Minimaliseren met een baby?
Dacht je dat je er was met de aangeschafte baby-attributen? Niets is minder waar. Kraambezoek of geen kraambezoek. Speelgoed, kleertjes en heel veel andere dingen maken hun entree in jullie leven. Voor je het weet ben je IKEA-kastjes aan het kopen met daarbij van die handige opbergbakken. Komt er een eerste Sinterklaas, Kerst, verjaardag aan. Dat maakt het ook heel leuk. De prachtige kado’s die je kind krijgt. Maar minimaliseren? Even niet. En eigenlijk wilde ik dat toen ook niet. Want je wilt alles bij de hand hebben. Je kind geniet. Daar gaat het toch ook om?
De woonkamer, van opslagruimte naar thuishuis
Tot nu toe. Want het minimaliseervirus heeft toegeslagen. Ik had er natuurlijk al diverse malen over gelezen bij lijstjes.info, maar nu ook bij moedersminimalisme. Minimaliseren met een kind? Het kan. Ook al gaat het voor mij soms iets te ver en te snel. Ik haal eruit wat op mij van toepassing is. En ik begin met opruimen. Stap voor stap. Waardoor ons huis nu meer een huis van ons alledrie aan het worden is. Een thuishuis! Maar de overload van speelgoed en andere dingen wordt veel meer gereguleerd. En prachtig (al zeg ik het zelf) ingepast in ons interieur.
Tip 1
Kies een ruimte in je woonkamer. Hoe groot of klein ook. En bestempel dat tot het domein van je kleine. In ons geval: een – ruime – speelruimte achter de bank. Waar – naast haar volledige ‘wagenpark’ – ook een tweetal boekenkastjes en een gezellig tafeltje en twee stoeltjes staan.
Tip 2
Zorg ervoor dat dat zo is ingedeeld, dat je vanaf de entree van je woonkamer betrekkelijk weinig ziet van het speelgoed.
Tip 3
Laat je kind ook echt kind zijn. Lekker ravotten en spelen. Natuurlijk mag er speelgoed rondslingeren. In de hele woonkamer en desnoods keuken. Maar…voor een (middag)slaapje? Samen opruimen.
Tip 4
Ga hierin niet te verkrampt te werk. Een huis of woonkamer is niet om te ‘showen‘ aan anderen. Het is geen etalage. Het is een thuis. Hier mag geleefd worden.
Tip 5
Eens in de zoveel tijd probeer je – al dan niet met kind samen – door het speelgoed heen te lopen en te kijken wat je weggeeft, verkoopt of (tijdelijk) opbergt. Bijvoorbeeld in zo’n prachtige speelgoedzak van Koetjes en Kaartjes!
(Pssst, wist je dat deze leuke kaartjes ook verkrijgbaar zijn bij Koetjes en Kaartjes?)
Speel(goed)hoek op een stijlvolle manier inpassen in je interieur of het loslaten (“het is maar een fase”)?
Tot de volgende keer.
Rory Blokzijl
Dit is geen gesponsorde post!